02 Het Batten
Wanneer een slechte werkman slecht werk aflevert, zal hij altijd zijn gereedschap de schuld geven, maar dit excuus gaat niet op voor een slechte batsman, vooropgesteld dat er een paar eenvoudige criteria in acht worden genomen ten aanzien van de keuze en het onderhoud van zijn uitrusting.
De basisuitrusting van de batsman bestaat uit een bat, een stel beenbeschermers en handschoenen.
Het bat mag niet te zwaar zijn: “Het gewicht en de lengte moeten afgestemd zijn op je eigen kracht en gewicht.”
Iemand van gemiddelde lengte (1,78 m) heeft een bat nodig van 68,5 cm met een gewicht van 1,08 kg. Een scholier met een lengte van 1,60 a 1,65 m heeft een bat nodig van 63 cm met een gewicht van 0,998 kg.
Wanneer je je bat eenmaal hebt gekocht, moet je het goed onderhouden. Wrijf het onderste deel! van de voorkant met lijnolie in, aangezien je voornamelijk met dat deel! de bal zal slaan. Wanneer het oppervlak zo hard is geworden dat de olie er niet meer intrekt, kun je met een verfkrabber de bovenste dunne laag eraf schrapen.
De keuze van de beenbeschermers is zuiver een kwestie van wat je het lekkerst zit, maar vergeet niet om ze mooi wit te maken voor de wedstrijd. Het publiek verwacht ten slotte nog steeds dat cricketspelers er op het veld verzorgd uitzien. In de moderne, commerciële cricketwereld bestaat er een grote keus in handschoenen. En ook wat de handschoenen betreft is de keuze een kwestie van persoonlijke voorkeur.
Met betrekking tot het moderne cricket moet uit eerbied voor de aanhangers hiervan, nog een ander onderdeel van de uitrusting worden genoemd dat ter bescherming dient: de helm. Laten we hopen dat de helm nooit op grote schaal zijn intrede zal doen in het schoolcricket, maar als een oudere speler van zijn stuk gebracht wordt door de harde ballen van een bepaalde werper, is er niets in het reglement dat hem verbiedt om een helm op te zetten. Probeer echter deze vernederende aanblik te vermijden.
Je dient het bat met beide handen vlak bij elkaar vrij hoog bovenaan de handgreep vast te pakken. Wanneer je het bat onderaan de handgreep vasthoudt, worden de hef boomwerking, je reikwijdte en je zwaaibeweging kleiner. Je linkerhand bevindt zich boven je rechter (voor een linkshandige batsman geldt het omgekeerde) waarbij de rug van je linkerhand in de richting van de bowler wijst en beide duimen rond de handgreep zijn geslagen. Gebruik alle vingers van je linkerhand om een goede greep op het bat te krijgen, omdat je met deze hand de beweging van het bat onder controle moet houden.
Een tweede aspect is de houding en het voornaamste hierbij is dat je ontspannen staat. Je moet je beide voeten vrijelijk kunnen bewegen en daarom moet je je lichaamsgewicht evenredig over beide voeten verdelen. Of je voeten naast elkaar of iets uit elkaar staan, is van geen belang. Beide schouders moeten naar de pitch toe gedraaid zijn, in de richting van de bowler (cricket is in hoge mate een “zijwaarts” spel). Zorg ervoor dat je niet recht tegenover de bowler gaatstaan. Wanneer je linkerschouder niet naar de bowler is gedraaid, sta je onhandig en onafgeschermd ten opzichte van de aankomende bal en wordt het maken van een slag naar de off-kant ook moeilijker.
Om de bal goed te kunnen zien aankomen zodra deze de hand van de bowler heeft verlaten, moeten de ogen zich op gelijke afstand van de bal bevinden. Je staat dan dus met je hoofd recht naar de pitch toe. Dit is de enige manier om een duidelijke aanwijzing te krijgen omtrent de plaats waar de bal waarschijnlijk terecht zal komen en het geeft je op optimale wijze de tijd om te beslissen wat voor slag je moet maken.
De timing van de slag is afhankelijk van de soepelheid van de polsen. De polsen moeten nooit stijf en gespannen zijn, want hierdoor wordt de slag minder krachtig.
Bij het maken van de slag worden de polsen op de volgende wijze gebruikt: het bat wordt eerst achterwaarts omhoog gebracht door de armen en polsen te buigen en bij de benedenwaartse slagbeweging komen eerst de armen in beweging waarna de polsen vlak voordat de bal wordt geslagen in actie komen.

De beweging van de polsen kan ook gebruikt worden om fouten in de timing van de armbeweging te corrigeren. Wanneer het bat te vroeg door de armen naar beneden is gebracht, kan in de laatste fase voordat de bal wordt geraakt de baan van het bat met een langzame beweging van de pols worden afgeremd. Evenzo kan er met een versnelde polsbeweging voor gezorgd worden dat het bat zich op het juiste ogenblik op het juiste punt bevindt wanneer het te laat door de armen naar beneden is gebracht. In feite komt de kundigheid van een batsman naar voren uit de manier waarop hij zijn polsen gebruikt op het cruciale moment voordat het bat de bal raakt.