De langzame linkshandige bowler

We zijn tot nu toe bij het batten en bowlen uitgegaan van de situatie voor de rechtshandige speler en hebben volstaan met de opmerking dat de aanwijzingen voor de linkshandige speler in omgekeerde vorm gelden.

Wat het langzame bowlen betreft, valt de linkshandige bowler evenwel onder een specifieke categorie.

Een leg break is immers voor een linkshandige bowler veel gemakkelijker te werpen en kan een geducht wapen vormen.

De bal draait tijdens zijn baan van de off kant naar de leg kant, waarna hij bij het opstuiten van de leg kant naar de off kant terugdraait, of recht op de batsman afkomt. De linkshandige bowler moet de batsman in onzekerheid laten ten aanzien van de stuitafstand van zijn worp. Hij past dezelfde techniek toe als de bowler van leg-breaks, maar kan meer afwisseling in de snelheid aanbrengen.

Hij kan de bal ook zodanig bowlen dat deze nadat hij de    heeft geraakt van de off kant blijft wegdraaien of met andere woorden, zich in rechte lijn met de arm voortbeweegt. Bij deze worp wordt de pols met gedraaid.

Dan is er ook nog de worp waarbij de bal aan de off kant van de off stump opstuit en vervolgens voor de off stump langs wegdraait. Dit wordt een chinaman genoemd.

De langzame linkshandige bowler moet altijd de bal zodanig aangooien dat hij uitsluitend in het deel van het veld aan de off kant kan worden geslagen. Dat deel van het veld moet hij met veel fielders bemannen aangezien de batsman elke keer dat hij de bal tegen de spin naar de leg kant probeert te slaan een groot risico neemt.